Hoe koop je: ijzers?

12 oktober 2022

Nieuwe clubs kopen is natuurlijk ontzettend leuk. Weinig dingen maken een golfer zo blij als nieuwe spullen die – hopelijk – gaan zorgen voor betere scores. Een goede set is allen prijzig en daarom is het belangrijk dat je weet wat je koopt.

Het beste advies is om altijd naar een goede clubfitter te gaan. Hij meet en weet veel meer dan een golfvriend, clubpro of gemiddelde winkelmedewerker. Clubfitting is een vak waar heel veel bij komt kijken. Een fitter weet waar hij op moet letten om u een passende set aan te meten.

Dat neemt niet weg dat het leuk is om zelf ook wat informatie tot u te nemen. Onderstaand hebben we vijf punten opgesomd die van belang zijn bij het kopen van een set ijzers.

Clubhoofd

IJzers zijn er werkelijk in alle soorten en maten. Van groot en lomp tot klein en elegant. Héél grof gezegd kan er onderscheid worden gemaakt tussen zeer vergevingsgezinde ijzers, vergevingsgezinde ijzers, player ijzers en blades.

Super vergevingsgezinde ijzers

Zeer vergevingsgezinde ijzers zijn bedoeld voor de golfers met een hoge handicap voor wie het voornaamste doel is om de bal weg te krijgen. Deze ijzers hebben over het algemeen een groter clubhoofd en kunnen minder mooi ogen. Al wordt dit laatste steeds beter. Het grote clubhoofd geeft allereerst vertrouwen achter de bal en maakt het bovendien makkelijker om de bal te raken. Een minder geraakte bal zal ook minder hard worden afgestraft.

Vergevingsgezinde ijzers

Vergevingsgezinde ijzers zijn al wat kleiner dan super vergevingsgezinde modellen en ideaal voor de doorsnee speler. Ze helpen je nog steeds een beetje, maar geven ook de mogelijkheid om beter afstanden te kunnen bepalen. Wie een beetje kan golfen (+- handicap 10 tot 36) doet er goed aan een set vergevingsgezinde ijzers aan te schaffen.

Player ijzers

Player ijzers horen eigenlijk alleen thuis in de tas van de betere golfer. Ze zijn ontworpen om de bal te sturen. Een goede speler wil niet alleen naar de green, maar wil ook een draw of een fade kunnen slaan. Dit is beduidend eenvoudiger met een player ijzer dan met een vergevingsgezinde club enkel is ontworpen om de bal de lucht in te krijgen. Hier staat wel tegenover dan de foutmarge kleiner is en een miss hitt harder wordt afgestraft.

Blades

Blades zijn echte klassieke ijzers met kleine clubhoofden. Zeker in tegenstelling tot de vergevingsgezinde clubs ogen blades heel strak, maar dit mooie uiterlijk heeft ook een keerzijde. Een fullblade ijzer is namelijk ontzettend moeilijk om te slaan. Een bal die niet vol in de sweetspot zit zal een harde feedback geven en direct ook heel veel afstand verliezen. Niet voor niets raken blades langzaam maar zeker uit de gratie en kiezen zelfs professionals voor een meer reguliere set ijzers. Waarom zou je het jezelf moeilijk maken? Voor de echte toppers is het voordeel dat ze met blades veel controle hebben over de balvlucht.

Shaft

Een goede shaft is minstens zo belangrijk als het clubblad dat eraan bevestigd zit. De shaft moet passen bij de speler en dit is eenvoudiger gezegd dan gedaan. Allereerst is er de keuze tussen graphite of staal. Deze keuze is zeker voor beginnende golfers een lastige om te maken. Wie net een paar lesjes heeft gehad beschikt uiteraard nog niet over een goede techniek.

Dit is over het algemeen goed terug te zien in de swingsnelheid. Het gebrek aan techniek zit een goede snelheid in de weg. Naar graphite stappen lijkt in dat geval een goed idee. Maar wat als de persoon in kwestie flink gaat lessen en langzaam maar zeker een goede techniek aanleert? Hij zal binnen no time uitgekeken zijn op de set. Kijk daarom in het begin vooral naar je lichaamsbouw om te bepalen of je beter staal of graphite kunt nemen.

Dan is er ook nog de vraag welke flexibiliteit de shaft moet hebben. Net als bij drivers zijn er verschillende flexes. Welke flexibiliteit je nodig hebt hangt af van de swingsnelheid. Bij een hogere snelheid hoort een stijvere shaft. Net als bij de afweging graphite/staal is het ook bij de shaft flex goed om te bepalen wat je de komende jaren wilt gaan doen. Geef dit dan ook goed aan bij een fitting, al zal een goede fitter er zelf naar vragen.

Ook de lengte van de shaft is bij ijzers van groot belang. Als Nederlanders zijn we het langste volk ter wereld en daar houden clubfabrikanten geen rekening mee. Zeker voor spelers van 1.90 meter of langer is een verlengde set echt nodig om een goede houding mogelijk te maken. Een shaft korter maken kan uiteraard ook, al is het uitkijken. Door het verkorten wordt de shaft stijver. Laat dus nooit teveel van de shaft afhalen.

Loft

Naar de loft van ijzers werd tot voor kort eigenlijk niet gekeken en door de meesten waarschijnlijk nog steeds niet. Een ijzer 7 is immers gewoon een ijzer 7. Toch niet. De trend is om bij de hierboven beschreven vergevingsgezinde clubs de lofts naar beneden te brengen. De ijzer 7 in de TaylorMade M2-set heeft bijvoorbeeld slechts 28,5 graad loft. In vergelijking: die van de TaylorMade P750 heeft 34 graden loft. De ‘7’ in de M2 zou bijna een ijzer 5 zijn in de P750.

Alle vooraanstaande golfmerken publiceren op internet de specificaties van hun clubs. Zo kun je per ijzer exact zien hoeveel loft er op iedere club zit. Misschien vind je het minder relevant, maar het is zeker het bekijken waard voor je een set clubs aanschaft.

Lieangle

Lie angle geeft aan hoeveel de hoek bedraagt tussen de hossle en het clubblad. Een standaard set wordt met een vaste lie geleverd. Dit wil echter niet zegge dat deze ook voor iedereen geschikt is. We zijn immers niet allemaal even lang.

In het ideale geval is het midden van de club ook het punt van de grond raakt bij impact. Dit gebeurt als de lie angle precies klopt. Het is echter ook mogelijk dat de hiel of de teen van de club de grond raakt bij impact. Wanneer dat gebeurt is de lie te flat of te upright.

Checken of de lie angel goed is, is heel eenvoudig. Om dit te controleren plak je aan de onderzijde van het clubblad een tapje en maak je een swing over een plactic plaat. Het tapje is nu beschadigd op de plek waar de club de plaat heeft geraakt. Zoals gezegd moet de beschadiging in het midden zitten. Als dat niet zo is, is het goed om een keer de lie van je clubs te laten checken of aanpassen.

Beginnende golfers moeten zich echter niet blind staren op de lie-angle. Goede spelers hebben een – relatief – constante swing en zullen het clubblad dan ook negen van de tien keer op dezelfde manier naar de bal brengen. Als beginner ben je nog inconstant. De lie-angle wijzigen heeft in dat geval weinig zin.

Grip

De grip is een van de eenvoudigste dingen om aan te meten. Elke club wordt met een standaard grip geleverd. Hierbij is uitgegaan van een gemiddelde heren- of dameshand. Een grip op een damesclub is in principe dunner dan een grip op een herenclub.

Die standaardgrip hoeft echter niet ook direct goed te zijn. Nederlandse en Belgische heren en dames zijn gemiddeld vrij groot en hebben ook vrij grote handen. Een clubfitter zal daarom altijd uw handen opmeten. Als je groter uitvallen dan gemiddeld kan de grip worden aangepast. Het kan zijn dat er één of twee extra tapejes onder de grip moeten, of de grip zelf moet een maatje groter.

Wanneer u nu met een standaard set speelt, is het aan te raden een keer uw op te laten meten. Misschien zijn uw grips wel te klein. Een te kleine grip zorgt ervoor dat je (te) hard gaat knijpen in de club, waardoor het swingen lastiger wordt en de grip ook nog eens sneller slijt.

Let op! Bovenstaand overzicht is zeer beknopt. Niet voor niets duurt een goede fittingsessie zomaar een paar uur. Moraal van het verhaal is dat een set bij een golfer moet passen. Een paar clubs van internet plukken is financieel aantrekkelijk, maar maakt het spelplezier en misschien niet groter op.